Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Niet [11]naar ogendienst, als mensenbehagers, maar als dienstknechten van Christus, doende [12]den wil van God van harte; 11. Dat is, om in de tegenwoordigheid en voor de ogen der heren hen alleen wel te dienen, gelijk sommige dienstknechten plegen, die zij achter hun rug dikmaals bespotten en bestelen. 12. Namelijk van trouwelijk en oprechtelijk te dienen. Want dat is Gods wil aangaande de dienstknechten. Grieks, doende den wil Gods uit de ziel.